Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Gij hieldt mijn ogen [8]wakende; ik was [9]verslagen, en sprak niet. 8. Hebr. Gij hieldt de wachten mijner ogen; dat is, [gelijk sommigen verstaan] mijne oogleden. De zin is: Gij hieldt mij wakker, dat ik niet kon slapen, vermits de gedurigheid van het kruis en de droefheid. 9. Gelijk iets dat met hamers geklopt en geslagen wordt, gelijk degene, dien het hart klopt of slaat van grote ontsteltenis. Verg. Richt.13:25, en Gen.41:8; Dan.2:1,3, waar hetzelfde Hebr. woord gebruikt wordt.